Taakstellingen en Jeugdhulp
Taakstellingen en passende jeugdhulp gaan in de praktijk niet altijd goed samen. Efficiency van ondersteuning en passende hulp verhouden zich in de samenwerking tussen gemeenten en aanbieders soms op gespannen voet. Professionals doen wat vanuit vaktechnische overwegingen nodig is voor jeugdige en gezin. Wat nodig is lijkt een 'normatief' gegeven, maar is dat volgens de wetenschappelijke literatuur niet. Kan de hulp voor kwetsbare jongeren en gezinnen effectiever en tegelijk efficiënter? Volgens de Triple Aim aanpak wel. Triple Aim is een aanpak gericht op betere ondersteuning en tevredenheid voor specifieke doelgroepen tegen lagere (maatschappelijke) kosten.
Ervaringen met Triple Aim in de praktijk
In onze werkpraktijk hebben we ervaren dat de verbetering van de hulp, de gezondheid van cliënten en efficiencyverbetering hand in hand kunnen gaan. In de gemeente Veenendaal is in samenwerking met het CJG, de gemeente en aanbieders in een verbeterproject simultaan aan deze drie doelen gewerkt en ervaren dat deze doelen elkaar a priori niet uitsluiten. De sleutels in de samenwerking waren transparantie en gedegen inzicht op basis van data en dossiers. Vanuit transparantie en inzicht werd gebouwd aan vertrouwen en op basis van vertrouwen kon worden veranderd. Onderstaand schetsen we eerste de bredere context en bespreken daarna de gekozen aanpak.
Ontwikkelingen in de jeugdzorg
De jeugdzorg is in 2015 gedecentraliseerd naar de gemeenten. Het gebruik en de kosten stegen in de periode 2015 tot en met 2019 sterk (meer dan 50%), terwijl vanuit het gedachtengoed dat ten grondslag ligt aan de decentralisatie wordt verwacht dat gemeenten verbeteringen in het stelsel kunnen realiseren door dichter bij de inwoner te organiseren. In het onderzoeksrapport 'Stelsel in groei' (onderaan toegevoegd) wordt uitgelegd waarom het gebruik en de kosten zijn gestegen en dat de beleidsmatige veronderstellingen, die ten grondslag liggen aan de decentralisatie in 2015 (nog?) niet tot verbeteringen van effect en efficiency van het stelsel hebben geleid. Met name de beleidsmatige veronderstelling dat een investering in preventie tot verlaging van gebruik en kosten zou leiden (na een tijdelijke boeggolf) is in de praktijk niet waarneembaar. De instroom blijft, aldus het rapport, redelijk stabiel, maar de uitstroom blijft achter, waardoor het stelsel 'vol' is gelopen (en nog loopt) in aantal jeugdigen en door de toename van de intensiteit van de geboden hulp. De oplossingen om dit te keren worden gezocht in grote thema's zoals het 'normaliseren' van onze maatschappelijke opvattingen over genezen, opvoeden en opgroeien. Het is goed om vanuit de thema's te denken en veranderingen te ontwerpen, maar voor de korte termijn kunnen we niet verwachten dat dit grote impact heeft. De centrale vraag is dan ook of we naast een lange termijn aanpak op de korte en middellange termijn invloed uit kunnen oefenen op het gebruik van jeugdhulpvoorzieningen. Wij hebben in de praktijk ervaren dat er op korte en middellange termijn een significant verbeterpotentieel is binnen de wettelijk en vakinhoudelijke grenzen van vandaag en zonder in zwalkend beleid te vervallen.
Doelgroepbenadering
Er zijn internationaal diverse visies op prestatiemanagement in cure en care. Twee stromingen, die beide zijn gericht op verbetering van de gezondheidszorg in brede zin zijn Triple Aim en Value Based Health care. Er zijn belangrijke verschillen tussen deze stromingen, maar ook enkele overeenkomsten. Een belangrijke overeenkomst is dat er wordt gekeken naar ketenbrede verbetermogelijkheden voor specifieke doelgroepen. Deze manier van kijken vinden we op veel plaatsen terug, zoals bijvoorbeeld in de marketing, social media, de verzekeringswereld, de bancaire sector, de reiswereld, maar ook in het onderwijs. Dit segmenteren en profileren biedt kansen, maar ook bedreigingen. Onderzoek kan licht werpen op verbeterpotentieel binnen goed beschreven doelgroepen en door een meer gerichte aanpak tot verbetering van de efficiency en effectiviteit van hulp leiden. Er is echter ook risico op segregatie en 'cherry picking'.
In een rapport van het RIVM (Regio's in beweging) wordt in meer brede zin een evaluatie gegeven van de bewegingen in proeftuinen in Nederland op weg naar een toekomstbestendig gezondheidssysteem. Naast Triple Aim en Value based health care wordt in het rapport stil gestaan bij diverse denkwijzen om tot een meer duurzaam en financierbaar gezondheidssysteem te komen. Duidelijk is dat de populatie-aanpak en het doelgroep-denken daar op verschillende manieren een rol in speelt (document is onderstaand toegevoegd).
Dit denken is op vereenvoudigde wijze en op gelimiteerde schaal al toegepast in de praktijk in de gespecialiseerde jeugdhulp in Veenendaal.
Maatregelsturing en doelgroep focus in het jeugddomein in de praktijk
Via de sociaal domein monitor is inzicht gekregen de ontwikkelingen van gebruik en kosten van de gespecialiseerde jeugdhulp in Veenendaal. Daarbij is een focus gelegd op de zorgvraag van jeugdigen en gezinnen, die meervoudige en complexe opvoed- en opgroeivraagstukken kenden. De inzet van ondersteuning voor deze doelgroep is veelal intensief en/of langdurig, terwijl het (duurzame) effect van de hulp niet goed kan worden bepaald. Op basis van analyses is in samenwerking enkele aanbieders onderzocht of er 'anders' kon worden georganiseerd, zonder verlies van kwaliteit en tevredenheid van cliënten en professionals. Er werden vanuit de vakinhoud alternatieven ontwikkeld, die met behulp van data werd gestaafd en gevalideerd. Dit leidde tot enkele verbeterplannen, die werden gerealiseerd binnen de bestaande kaders van de wet- en regelgeving, inkoopvoorwaarden en werkafspraken. In de periode 2020 en 2021 zijn de plannen in de vorm van maatregelen geïmplementeerd.
Hoog rendement
Het rendement was boven verwachting. De kwaliteit van de hulp groeide, de samenwerking tussen gemeente, aanbieders, Centrum voor Jeugd en Gezin en ouders groeide en de kosten voor de gekozen doelgroep daalden met 17% (€1,5 mio verbetering). In de onderstaande grafieken zijn het verloop van het aantal cliënten in de doelgroep, de kosten per maand en de declaratiewaarde per maand weergegeven. In het resultaat zijn de correcties voor verschuiving en substitutie meegenomen:
Wat werkt en wat niet?
Er is gedurende de periode 2020-2021 veel geleerd. We durven te stellen dat er geen kant-en-klaar recept is. Wel 'showstoppers' en werkzame ingrediënten. Het vergt in ieder geval lef, ruimte en vertrouwen tussen de mensen die samen het veranderproces ingaan. Het evenwicht tussen ruimte, bewegen en risico enerzijds en stabiliseren en verduurzamen anderzijds was wiebelig. Inkoopcontracten, bestaande communicatie- en verantwoordingsstructuren, gewoonten en cultuur zijn stabiliserende krachten in een systeem, maar werken ook vertragend en belemmerend in de explorerende fase, waarin de onzekerheden nog groot zijn. Inzicht opgebouwd vanuit consistent en goed verwerkte data uit dossiers en de administratieve systemen en het toetsen van ideeën aan beschikbare wetenschappelijke kennis maakten het mogelijk om te innoveren met als resultaat een hoog rendement op effectiviteit, efficiency en tevredenheid bij cliënten en professional. Belangrijk is dat er altijd vanuit de inhoud wordt gewerkt en niet vanuit een begrotingstekort. Door de inhoud te verbeteren en beter te organiseren gebaseerd op kwantitatief toetsbare doelen en het maken van scherpe keuzen heeft Veenendaal belangrijke stappen gemaakt in het beter beheersbaar maken van het sociaal domein.
Wilt u meer weten over de aanpak en ervaringen wat in onze situatie werkte en wat niet? Neem dan gerust contact op.